Geschiedenis

Als stichtingsjaar van Egmond aan Zee noemt men vaak het jaar 977. Toen zou Walgerus, een hereboer uit Egmond-Binnen, tien huizen aan de zee hebben laten timmeren. Deze huizen waren bestemd voor een aantal arme gezinnen, die daar voor niets mochten wonen. Ze mochten vissen in de zee en de enige voorwaarde die deze Walgerus stelde, was, dat ze tien procent van hun visvangst aan de abdij in Egmond-Binnen zouden afstaan. Ter ere van de Heilige Agnes zou Walgerus in 1036 een kapel hebben gesticht. In de loop der jaren zou deze kapel uitgroeien tot een echt kerkje. Tijdens de Reformatie in de zestiende eeuw werd het kerkje van de Heilige Agnes in gebruik genomen voor de protestantse eredienst. In 1571 echter, landde een groep Geuzen op de Egmondse kust. Onder aanvoering van Bartel Entes werd het kustdorp geplunderd en vervolgens in brand gestoken. Ook de Sint Agneskerk werd een prooi der vlammen, maar gelukkig kon de toren gered worden. Een geluk bij een ongeluk. Op de ruïnes van het afgebrande godshuis bouwde men een nieuwe kerk, tegen de in stand gebleven toren aan. Dit kerkje was echter drie maal zo klein als zijn voorganger. Blijkbaar waren de meeste dorpelingen niet overgegaan naar het nieuwe, protestantse, geloof.

In de nacht van 24 op 25 december woedde een zware storm in Noord-Holland. Toen de Egmonders de volgende dag gingen kijken schrokken ze zich lam. De woeste zee had in de nacht de toren van de kerk ondermijnd en er was nu een groot hol zichtbaar. Na deze gebeurtenis werd een kustverdedigingswerk gemaakt van rijshout, maar op den duur mocht dat niet baten. Vierentwintig jaar later, op 27 november 1741, werd de toren bijna in z’n geheel door wind en water verwoest. In de daarop volgende jaren zou de zee steeds meer land winnen op de Egmonders en vandaag de dag liggen de resten van de oude Agneskerk een paar honderd meter voor de kust. Voor de protestantse gelovigen werd in 1746 op kosten van de staat een nieuwe kerk gebouwd. Deze kerk is nog steeds in gebruik.

Totdat in 1798 de volledige godsdienstvrijheid tot stand kwam, waren de Egmondse oud-katholieken voor hun erediensten aangewezen op een grote schuur, die was omgebouwd tot schuilkerk. In hetzelfde jaar waarin de volledige godsdienstvrijheid werd uitgeroepen, werd Glasbergen de nieuwe pastoor van de parochie. Ook kwam in 1798 de fraaie preekstoel naar Egmond die in de huidige kerk nog steeds te bewonderen is. Pastoor Glasbergen trof in het vissersdorpje een vervallen schuilkerkje aan, dat des te meer opviel door haar prachtige preekstoel. Men besloot een nieuwe kerk te bouwen in de Zuiderstraat. De eerste steen voor dit nieuwe godshuis werd in 1801 gelegd. Dit eenvoudige kerkje werd tot het eind van de negentiende eeuw gebruikt, maar toen werd het ruimtegebrek, ontstaan door de sterke bevolkingsgroei, zo nijpend dat het kerkbestuur zich met een verzoek om geld tot de staat richtte. De Egmonders waren zelf namelijk zo arm, dat ze niet genoeg geld konden opbrengen voor een nieuw kerkgebouw. Binnen drie weken kregen ze antwoord: hun verzoek was afgewezen. In 1875 zat het de oud-katholieken in Egmond eindelijk weer eens mee. In dat jaar stierf namelijk Maria Boutmij, die haar vermogen, ter waarde van zo’n fl 30.000, naliet aan de parochie, voor het bouwen van een nieuwe kerk. Met nog ruim fl 20.000 van andere oud-katholieke parochies in Nederland kon de bouw beginnen en op 20 april 1885 legde pastoor Van Greuningen de eerste steen. De bouw verliep voorspoedig en op woensdag 12 mei 1886 werd het kerkgebouw gewijd. De volgende dag werd voor de eerste maal de mis opgedragen in het splinternieuwe kerkgebouw.

In het jaar 1911 vierde de parochie het zilveren jubileum van het kerkgebouw en waren voor het eerst de drie gebrandschilderde ramen achter het altaar te zien. Deze waren geschonken door pastoor Van Vlijmen, als feestgeschenk voor het ‘ jarige’ kerkgebouw. Pastoor van Vlijmen bleef pastoor van Egmond aan Zee tot 1916.
Toen werd hij verkozen tot bisschop van Haarlem (1916 – 1945).

Zijn opvolger als pastoor van Egmond was Jacobus van der Oord (1916 – 1926)
Later werd deze pastoor van der Oord de opvolger van bisschop van Vlijmen. LINK